De wereld kent slechts vier soorten eider. Deze eenden komen alleen op het noordelijk halfrond voor en hebben zich gespecialiseerd in het leven op zee. De Steller’s eider is een vreemde eend in de bijt omdat van deze soort vermoed wordt dat die is ontstaan uit hybridisering van gewone eider met ijseend. Deze soort zag ik vorig jaar op het eiland Saaremaa in Estland. Ook de koningseider zag ik al vaker. Het mooist zag ik hem op Spitsbergen in 2016. Ook in Nederland kon ik deze prachtige eend al eens bewonderen. De gewone eider is in Nederland op de juiste plaatsen eenvoudig te vinden en dat is een soort die ik elk jaar meermaals wel zie.
Mannetje koningseider met gewone eiders bij Texel
Eiders zijn als geslacht eenvoudig te onderscheiden van andere eenden door hun specifieke uiterlijk en lichaamsbouw, maar het meest in het oog springend is hun koppatroon. Mannetjes eider hebben namelijk een heel bijzonder koppatroon waarmee ze zich ook van hun soortgenoten duidelijk onderscheiden. Ze doen me daardoor een beetje denken aan de tragopans die te vinden zijn in Azië: vijf hoenders die zich ook elk met een heel sierlijk koppatroon van elkaar onderscheiden. Voor eiders kun je dus gerust een blokje om rijden.
Ik had dus drie van de vier soorten al gezien. Zoals het mij verging, is het veel vogelaars met enige ervaring in Europa vergaan. Drie van de vier eidersoorten zien is binnen Europa namelijk best een goed te realiseren doel. Maar hoe zit het met eidersoort nummer vier? Dat is de brileider. De soort met het meest bijzondere koppatroon van de vier eiders. Deze soort heeft niet alleen de witte omcirkeling rond het oog bij het mannetje waar de vogel zijn naam aan te danken heeft, maar valt vooral op doordat de kopveren de snavel half bedekken. Het is een volstrekt uniek uitziende eend dus! Net zo speciaal als de vogel is het gebied waar hij voorkomt: wie brileiders wil zien zal in de zomer naar Alaska moeten gaan. Een andere mogelijkheid is er niet.
Specifiek de mannetjes zijn eigenlijk maar op één plek realistisch te plannen en dat is Utqiagvik (nieuw naam) of Barrow (oude naam) in Alaska. Daar komen ze namelijk aan land om te paren waarna ze na enkele weken ook weer vertrekken. De winter brengen ze door op de Beringzee: praktisch onbereikbaar voor een vogelaar met een kleine of zelfs iets grotere beurs. Daarnaast zijn er een handjevol waarnemingen in het zogenaamde West-Palearctisch gebied. De meeste waarnemingen zijn van de regio Spitsbergen: toevalswaarnemingen vanaf schepen. Deze waarnemingen zijn dan ook niet te plannen. Daarnaast zijn er enkele gevallen bekend van voor de eeuwwisseling uit het uiterste noorden van het vasteland van Noorwegen. Ook in de VS is het aantal waarnemingen buiten de Arctische regio op één hand te tellen.
En toen zat er ineens een zo goed als volwassen mannetje brileider langs de kust van Texel in Nederland! Een waar (en letterlijk) ‘wtf-momentje’ voor dat gedeelte van de Nederlandse en Europese bevolking dat naar vogels kijkt. Ook de ontdekster kon aanvankelijk niet meer dan dat beschrijven bij de waarneming: een volkomen begrijpelijke reactie! Ik was zelf werkelijk verbijsterd toen ik naar het schermpje van mijn telefoon keek.
De eerste melding op Waarneming.nl!
Een waarneming als deze is zo onwaarschijnlijk dat de gedachte aan een hoax al snel opdoemde, maar de waarneming zal er verder heel betrouwbaar uit. Hij bleek dat gelukkig ook te zijn. Al snel volgde het bevestigende bericht en gingen heel veel mensen op stel en sprong naar Texel. Het verhaal van de ontdekking is na te lezen op Dutchbirding. Uiteraard verdienen Elian Hijne en Maurice Prins alle credits voor de ontdekking!
Zelf had ik een kort dilemma of ik meteen zou gaan of dat ik zou wachten tot de volgende dag. Ook als alles mee zou zitten, zou ik de vogel namelijk pas weten te bereiken als de zon net was ondergegaan. Vanuit mijn werkplek was het namelijk wel zo’n vier uur rijden om te vogel te bereiken. Ik besloot die gok niet te wagen omdat ik dan daarna voorlopig ook geen vrij zou kunnen nemen en dus zou moeten accepteren dat ik de vogel hoogstens maar kort en slecht zou zien. Bovendien was het een eend in hartje winter en had ik er wel vertrouwen in dat de vogel wat langer zou blijven. Al eerder zat op exact deze plek ook een koningseider die daar heel lang bleef. Die had ik ook mooi gezien.
Snel werden de plannen voor morgen gesmeed en uiteindelijk reed ik met Jacob en Albert Molenaar en Bram Roobol mee naar Texel. Met Arie-Willem van der Wal reden we later terug. Op de heenweg misten we de boot vanuit Den Helder op een minuut, maar het bleef angstvallig stil. De vogel was nog niet gemeld toen wij rond negen uur de boot afreden. We besloten om meteen maar te beginnen met het checken van geschikte alternatieve locaties en zo alvast een voorschot te nemen op de zoektocht die ongetwijfeld zou moeten volgen als de vogel niet op de ontdekplek zou worden terug gevonden.
Zo naderden we de ontdekplek langzaam. Aan de menigte van auto’s die daar stonden, zagen we wel dat onze aanwezigheid daar niet zoveel zou toevoegen en dus reden we door. Een eindje verder gingen we de dijk op en toen kwam de melding door dat de vogel vliegend werd gezien! De locatie was precies de locatie waar wij waren gestopt! Snel stapten we uit en het bleek dat een gedeelte van de aanwezige vogelaars inderdaad op dat moment de vogel al vliegend in beeld had. Geen tijd om de telescoop te pakken: met de verrekijker wist ik de vogel gelukkig al snel op te pikken. Veel meer dan een wat lichte eend kon ik er niet van maken. Gelukkig landde de vogel en bleek later dat alle spanning niet nodig was geweest: de vogel liet zich de hele dag op dezelfde plek zien.
Mijn eerste blik op de brileider
Dat beeld herhaalde zich op de dagen die volgden. Ik had wel wat bewijsfoto’s kunnen maken op de dag dat ik hem zag, maar die waren vanwege de afstand niet van een bijzonder grote kwaliteit. Zo verging het ook de meeste anderen want de vogel bleef doorgaans op een solide 200-300 meter afstand zitten. Dat resulteerde in foto’s waarbij duidelijk het uiterste van de apparatuur was gevraagd: het was het allemaal nog net niet. Aan een gebrek aan belangstelling lag het niet want de internationale belangstelling zette zich al snel om in een bijzonder hoog aantal internationale bezoekers. Heel vogels kijkend Europa kwam op deze soort af. Naar verluid kwam er zelfs iemand uit Pakistan omdat een vlucht naar Nederland toch wat goedkoper was dan een vlucht nar Alaska. Ik hoorde zelfs van iemand uit de VS voor wie blijkbaar datzelfde gold, al zou ik die persoon aanraden om nog eens goed naar de ticketprijzen te kijken want een binnenlandse vlucht naar Anchorage - en vervolgens naar Utqiavik – is ook weer niet zo duur.
Maar het enthousiasme over deze vogel was natuurlijk heel begrijpelijk. Ik stond al stil bij de bijzonderheid van deze soort en de ongrijpbaarheid op wereldniveau, maar ook was het nog eens een zo goed als volwassen mannetje! Voor mij is het de allerbeste vogel die we ooit in Nederland gezien hebben. Geen wonder dat veel mensen probeerden deze soort goed op de foto te zetten en daarvoor ook meer dan eens afreisden naar Texel. Sommigen hadden geluk om aanwezig te zijn bij een enkel moment dat de vogel zich binnen de 100 meter-grens waagde, maar de meesten moesten het doen met ‘scopeviews’ op geruime afstand.
Zelf had ik doordeweeks geen enkele mogelijkheid meer om nog een keer te gaan en ook mijn weekenden waren gevuld. Toevalligerwijs had ik in het weekend van 25 en 26 januari nog helemaal niets gepland. Voorzichtig ontstond in mijn hoofd al de gedachte om een weekend Texel aan deze vogel te besteden. Ten slotte zou het zomaar eens de laatste keer kunnen zijn dat ik deze vogel ooit zou zien en -zo redeneerde ik, net als vele anderen- een overnachting Texel was altijd nog veel goedkoper dan een reis Alaska! De vogel bleef heel stabiel ter plaatse en op woensdag boekte ik mijn accommodatie.
Met vrij weinig verwachtingen ondernam ik de reis naar Texel Ik had aan de foto’s al wel gezien dat er nooit écht een heel lekker moment bij gezeten had en dat het stuk voor stuk forse crops waren waarbij het uiterste van de beeldkwaliteit werd gevergd. Overigens waren het voor deze afstand nog zeker verdienstelijke resultaten. Ik wilde in elk geval mijn best gedaan hebben en dan zou ik er daarna ook vrede mee kunnen hebben als er niet uit was gekomen wat ik had gehoopt.
Al vrij snel na mijn aankomst had ik de vogel in beeld en het wachten kon beginnen. Het waren lange en koude uren op de dijk waarbij de vogel het grootste deel van de tijd op forse afstand bleef. Door de telescoop kon ik de vogel wel prachtig bekijken en ook echt van de soort genieten. Het viel me op dat de vogel maar in een relatief klein gebied foerageerde en dan gaandeweg met de stroming naar het noorden afdreef waarna hij op enig moment vanzelf weer terug kwam vliegen en dit patroon zich weer herhaalde. Ik besloot te wachten tot zonsondergang om niets aan het toeval over te laten.
Voor het grootste deel van de dag bleef de vogel op grote afstand.
Deze strategie werd beloond toen de vogel tegen vijf uur ’s middags ineens langzaamaan steeds dichterbij dreef. Stiekem peddelt deze vogel behoorlijk hard door het water en voordat we het wisten dreef de vogel op een relatief comfortabele afstand van vijftig meter. Dat was het betere werk! Ik maakte veel foto’s en ik was vooral tevreden met een foto waar de vogel samen met een gewone eider opstond: north meets south!
Brileider en gewone eider
Ook kon ik wat korte filmbeelden schieten uit de hand.
Heel tevreden nam ik mijn intrek in mijn hostel. Als ik zo eens de waarnemingen van de afgelopen tijd bekeek, kon ik eigenlijk niet veel beter meer verwachten. Maar ik had nog een dag over! De volgende dag deed ik vrij rustig aan en schoof ik rond negen uur in de ochtend aan. Ik zag meteen al wat bekende gezichten: er waren duidelijk meer mensen aanwezig die hoopten op een betere waarneming! Ik wees aan op welke afstand de vogel ongeveer had gezwommen toen in hem gisteren zag. Daarna schoof ik op de gladde stenen naar beneden en installeerde mij met mijn telscoop aan de waterlijn.
Al snel liet ik mijn telescoop voor wat het was want de vogel zwom er toch weer lekker bij! Ondanks dat de vogel verder weg zat dan gisteren kon ik het toch niet laten om toch maar weer wat foto’s te maken. Net als gisteren zag ik de vogel door mijn zoeker vervolgens steeds groter worden: dat ging de goede kant op! De opkomende zon bescheen de vogel vanaf de zijkant dus ik probeerde zo goed mogelijk positie te kiezen. Alsmaar dichterbij kwam de vogel. Dat gebeurde allemaal binnen een paar minuten!
Op een gegeven moment zat de vogel écht heel dichtbij de kant. Naar mijn idee zal het niet meer dan vijf meter geweest zijn. Het leek erop alsof de vogel van plan was om ook daadwerkelijk de kant op te gaan. Mij schoot even het moment door mijn hoofd dat ik had met de papegaaiduiker van Dordrecht. Deze vogel zwom ook ineens naar mij toe de kant op en bleek toen zo slecht eraan toe te zijn dat hij het daarna niet overleefde. Gelukkig hoefde ik mij geen zorgen te maken om de brileider. De vogel kwam toch terug op zijn voornemen om aan wal te gaan en vervolgde zijn weg. Blijkbaar waren 200 toeschouwers -ook voor een vogel die nauwelijks mensen gewend is- toch wat te veel van het goede.
Die toeschouwers waren stuk voor stuk wel verbijsterd over de show die de vogel had weg gegeven! In mijn stoutste dromen had ik niet durven vermoeden dat ik de vogel zo goed te zien zou krijgen! Het resulteerde in een serie foto’s waar ik heel erg blij mee ben. Ik had de vogel op de Arctische toendra niet dichterbij kunnen zien.
Bijna op de kant!
Brileider
En opnieuw maakte ik ook weer een kort filmpje.
Daarna deed de vogel weer wat hij op andere dagen ook deed. Hij poetste opvallend veel, maar had ook regelmatig lange voedersessies. Samen met veel anderen bleef ik de vogel in de gaten houden.
Kwaak!
Zo konden we nog wat leuke beelden schieten van de vogel tussen een groepje normale eiders.
Gewone eiders met brileider
Ook lukte het om nog wat vluchtplaatjes te schieten, al was daarvoor wel een forse crop nodig. Eigenlijk was het ook allemaal bonus bovenop dat geweldige moment van de vroege ochtend!
Brileider
Zo kwam mijn weekend op Texel tot een einde. Nooit eerder schreef ik een blog op deze site over een vogel die ik in Nederland zag, maar soms is een uitzondering van toepassing! Deze brileider verdiende die uitzondering absoluut. Ik ben benieuwd hoe de vogel zich in de komende dagen zal gedragen. Ik hoop dat meer mensen op een wat kortere afstand van de vogel kunnen gaan genieten en dat het met de vogel goed blijft gaan. Ook zal het voor de komende jaren interessant worden of deze waarneming een uitzonderlijke gebeurtenis zal blijven of dat dit de voorbode van meer gevallen van brileider zal blijken te zijn. Hoe dan ook zal deze vogel voor altijd in het collectieve geheugen van vogels kijkend Nederland gegrift blijven!