In het voorjaar van 2022 bevind ik mij ineens in Azerbeidzjan. De reden hiervoor is nu eens niet een bijzondere kat, maar een bijzondere vogel! De Siberische witte kraanvogel is een met uitsterven bedreigde vogel waarvan nog maar enkele duizenden exemplaren op de wereld bestaan. Tenminste, in het oostelijke deel van Azië. In het westelijke deel van Azië is er voor zover bekend nog maar eentje en die heeft natuurlijk inmiddels ook een eigen naam: Omid. Die naam werd hem in Iran gegeven waar deze vogel al jaren in hetzelfde rijstveld komt overwinteren. Al even plichtsgetrouw stijgt de vogel elk jaar weer op om terug naar Rusland te vliegen naar zijn broedgebieden om in het najaar weer onverrichterzake terug te vliegen. Voor Omid zal er geen partner meer zijn. Onder vogelaars bestaat er een fanatieke groep die graag zoveel mogelijk soorten ziet binnen de ecozone Western Palearctic (WP). De kans dat er na Omid nog een mogelijkheid komt om een wilde Siberische witte kraanvogel binnen dit gebied te zien is zo goed als nul. Iran wordt echter niet binnen deze ecozone gerekend waardoor het makkelijk bijschrijven van de vogel op zijn overwinteringsgebieden niet aan de orde is. In 2020 waagde daarom een klein groepje fanatieke WP-vogelaars een poging om de vogel op doortrek op te pikken in het naburige Azerbeidzjan. Een vogel in Azerbeidzjan telt wél voor het lijstje! Wat zij zelf ook niet direct verwachtten gebeurde: ze zagen Omid! In 2021 was er dan ook wel een aantal vogelaars die hun succes wilde herhalen, maar corona belette een tripje Azerbeidzjan. 2022 werd het jaar waarin het moest gebeuren. Ik had toevallig in die periode tijd om weg te gaan en het leek mij wel een mooie uitdaging om voor deze speciale vogel te gaan. Dus landde ik op 25 februari 2022 in Bakoe.
De wet van Murphy komt er in het kort op neer dat alles wat fout kan gaan, fout zal gaan. Vaak betekent dat als één ding fout gaat, de daaropvolgende dingen ook wel fout zullen gaan. Bijvoorbeeld als je bij de supermarkt net die rij uitkiest die het langzaamst gaat, bij het betalen je bankrekening leeg blijkt te zijn en je auto net wordt weggesleept als je de supermarkt uit loopt. Dan heb je niet je beste dag. Andersom kan ook: een dag die goed begint, wordt alleen maar beter. Als je op zoek gaat naar leuke dieren dan kan Murphy’s wet zomaar om de hoek komen kijken. Er zijn van die dagen waarop je niets leuks kunt vinden waarbij het al snel voelt alsof Murphy het op je voorzien heeft. Gelukkig zijn er ook dagen, een stuk zeldzamer weliswaar (!), waarop alles goed lijkt te gaan. Die dagen maken dan weer veel goed van wat eerder fout ging.
Als er één kat is die er op het eerste gezicht niet uit ziet als een kat dan is het de jaguarundi wel. Door de wat lange kop met langgerekt lijf en korte poten doet deze kat op het eerste gezicht meer aan als een wezelachtige dan een kat. Toch is het echt een kat en als je een beetje een flatterende foto te pakken krijgt nog best een schattig beestje ook! Deze kat komt vrij wijdverspreid door Latijns-Amerika voor maar nergens is hij makkelijk te zien. Sommige gebieden geven meer kansen dan andere, maar vaak blijft een jaguarundi een toevalstreffer en ze worden dan ook meestal gezien terwijl ze voor de auto over de weg rennen.
Drie dagen had ik gepland bij de Kinabatanganrivier. Mijn doel hier is om neusapen te zien en ook hoop ik Orang-Oetans nog wat beter te kunnen bekijken. Daarnaast ga ik op pad met een gids om specifiek te zoeken naar Bornean Ground-Cuckoo. Stiekem heb ik echter nog wel een ander doel: Flat-headed Cat of platkopkat! Deze kat wordt soms ook bij deze rivier gezien, alleen moet daarvoor wel het water laag staan en dat is nu niet het geval. Voor mijn eerste twee nachten hier deed ik mijn best om er een te vinden, maar voor mijn laatste nacht heb ik niet meer echt de hoop dat ik er een ga zien.
De Sunda Leopard Cat is nog maar recent door de IUCN Cat Specialist Group afgesplitst van de Mainland Leopard Cat. Deze soort heeft nog geen Nederlandse naam, maar aangezien de gewone Leopard Cat nu nog Bengaalse tijgerkat heet, lijkt Sunda tijgerkat mij voor de hand te liggen. Deze kat komt op het vasteland van Azië niet voor en dit was een kat die ik verwachtte te zien in Borneo. Aangezien ze veel werden gemeld in trip reports verwachtte ik wel succes te hebben in het zien van deze kat en ik werd niet teleurgesteld. Ik zag mijn eerst in Danum Valley, maar dat ging een beetje snel. Gelukkig waren er veel goede waarnemingen in Deramakot.
“Zullen we koffie gaan drinken?” “Nee, toch nog maar even wachten”. Het zijn van die kleine dingen die ervoor zorgen dat je op een bepaalde tijd op een bepaalde plek bent. Even stoppen omdat het regent en je wilt je regenkleding aandoen, even stoppen om te kijken of dat oogschijnsel toch niet van iets spannenders dan een flying squirrel komt en dus nog maar even wachten met koffiedrinken. Al die dingen kunnen het verschil maken tussen een soort net missen en een soort grandioos binnenhalen.
Als ik op reis ga, probeer ik altijd van tevoren een beetje een realistische inschatting te maken wat er mogelijk is. Mijn grote doel in Borneo was het zien van zoveel mogelijk katten, maar ik wist al dat het niet gemakkelijk zou worden om er meer dan een te zien. Er is maar één kat makkelijk op Borneo en dat is Sunda luipaardkat. Daarna wordt het moeilijk! Er zijn vijf kattensoorten die op Borneo voorkomen. De al genoemde Sunda luipaardkat, marmerkat, platkopkat, de grootste: Borneose nevelpanter en de allerzeldzaamste: Borneogoudkat. Borneogoudkat is wat mij betreft de moeilijkste kat om op deze planeet tegen te komen dus ik wist al dat ik die waarschijnlijk niet zou gaan zien. Het zou echter niet veel makkelijker worden om een van de anderen te zien. Ik besloot dus dat ik de reis als een succes zou beschouwen als ik tenminste een andere wilde kattensoort zou zien behalve de Sunda luipaardkat.
Al twee jaar geleden begon ik met het plannen van deze reis, ik wilde altijd al aan het einde van mijn studietijd een keer een hele lange reis maken. Sindsdien veranderden mijn ideeën over de indeling van de reis regelmatig, maar uiteindelijk stond er toch een plan! Het plan is om drie landen te bezoeken, namelijk Chili, Bolivia en Peru. Uiteraard is een doel van mij om te werken aan mijn kattenlijst, maar ook wil ik graag mijn Spaans verbeteren en natuurlijk staan er ook een aantal vogels op mijn wensenlijstje. De reis begint op het zuidelijkste vliegveld van Chili: Punta Arenas. Het doel van dit deel van de trip is Torres del Paine: een park dat de beste plek in de wereld zou moeten zijn om poema’s te zien.
Na mijn reis door Botswana, Namibië en Zuid-Afrika had mijn wereldkattenlijst het indrukwekkende aantal van vier bereikt! Er is dus nog genoeg ruimte voor uitbreiding! Een kat waar ik al langer mijn oog op heb, is de woestijnkat, Sand Cat in het Engels. Dit is een dier ongeveer ter grootte van een huiskat met een voorkeur voor woestijnachtig gebied. Sinds enkele jaren is de meest betrouwbare plek om hem te zien de Westelijke Sahara bij het stadje Dakhla. Wij gingen daar in januari heen om te proberen de kat te zien.
We waren aan het zoeken naar een woestijnkat in de Westelijke Sahara. De manier om er een te zien is door de weg tussen de plaatsen Dakhla en Aousserd op en neer te rijden en dan met een zaklamp in de woestijn rond schijnen in de hoop een woestijnkat te vinden of een ander nachtelijk zoogdier.