Tijdens mijn tijd in Zuid-Amerika stond er nog een dier dat hoog op mijn lijstje: Giant Otter of reuzenotter! Dat is de grootste otter ter wereld en omdat ik sowieso nog nooit een otter gezien had, leek het me wel aardig om juist met deze te beginnen. In Tambopata had ik eindelijk die kans. Omdat ik was gevraagd om last minute bij te springen om Duitse toeristen rond te leiden (niet gedacht dat ik nog zoveel Duits zou praten in Zuid-Amerika), kreeg ik ook de kans om bij een goede plek te gaan zoeken: een zogenaamd oxbow lake met de naam Tristianbatis waar de otters regelmatig werden gezien. De toeristen wilden ze ook graag zien, dus ik kon dan mooi meeliften!
Na Bolivia ging ik naar Peru. Eerst twee weken naar een taalschool in Cusco om Spaans te leren en daarna drie weken naar het Tambopata Park om zoveel mogelijk dieren te zien. Mijn doel was om tenminste één kattensoort te zien, maar dat lukte helaas niet. Gelukkig waren er wel andere mooie zoogdieren, bijvoorbeeld apen!
Torres del Paine National Park staat bekend om zijn Puma's. Die zijn natuurlijk de echte sterren van het park, maar er zijn meer leuke dieren te zien! Toen we daar rondliepen, kwamen we een paartje Patagonische vossen tegen. Deze vossen zijn best algemeen in Patagonië, maar ze zien er nog steeds erg mooi uit! Wij hadden ze ook in mooi licht. Ik nam heel wat foto's...
Voordat ik naar Afrika ging had ik niet zo veel met de olifant. Uiteraard het is een kolossaal dier met een slurf en slachttanden en dat zijn allemaal pluspunten, maar heel enthousiast werd ik er niet van. De eerste olifant die ik zag, was een afgeleefd vrouwtje die haar laatste jaren aan het slijten was in de Okavango. Erg gaaf natuurlijk om je eerste olifant te zien, maar nog steeds zorgde dat niet echt voor veel andere gedachten over de olifant. Toen zag ik hoe ze zich als groep gedroegen.
Afrika is rijk aan verschillende soorten hoefdieren, uiteenlopend van de prehistorisch aandoende neushoorns tot de kleine steenbokantilope. Het leek mij daarom wel leuk om daar in een aparte blog ook aandacht aan te besteden en een overzicht te geven van de hoefdieren die er je zoal kunt tegen komen, door een aantal van degenen te laten zien die ik ook ben tegen gekomen op mijn reis door Zuid-Afrika, Botswana en Namibië.
De Okavango Delta is het grootste deltagebied dat niet met de zee verbonden is en ik mocht een klein stukje ervan bezoeken. Het meest voor de hand liggende vervoersmiddel in zo’n waterrijk gebied is uiteraard een boot, maar de Okavango is op veel plaatsen erg ondiep: vaak niet meer dan een halve meter. Lokale bewoners hebben daarom al eeuwenlang uitgeholde boomstammen: mokoro’s, gebruikt om zich snel voor te bewegen in dit moerasgebied. Tegenwoordig is het een toeristenbusiness geworden en zijn de mokoro’s van kunststof. Het werkt allemaal nog wel op dezelfde manier! Je gaat dus met z’n tweetjes in een mokoro zitten en achterop staat dan iemand die je voortboomt. Het plan was om met de groep te overnachten in de Okavangodelta en daar dan met mokoro’s naar toe te gaan. De volgende ochtend zouden we dan een bushwalk doen. Aan het einde van de middag voeren we dus het gebied in en dat was op zichzelf al een heel mooie ervaring
We zitten nu vier dagen op het schip de Plancius. Nadat we zijn begonnen in Longyearbyen, zijn we omhoog gevaren richting het noorden in de richting van het pakijs. Op de eerste dag zag ik een soort die al een tijdje een grote wenssoort voor mij was, het grootste dier ter wereld: de blauwe vinvis! Ook met de vogels loopt het al aardig, langs vliegende papegaaienduikers fotograferen is een uitdaging, maar het lukt steeds beter. Met een succesvolle start in Longyearbyen heb ik de meeste vogels die ik wilde zien al gezien. Vandaag is de dag dat we bij het pakijs zouden moeten aankomen en dat betekent een grote kans op het hoofddoel van de trip: ijsbeer!