De Okavango Delta is het grootste deltagebied dat niet met de zee verbonden is en ik mocht een klein stukje ervan bezoeken. Het meest voor de hand liggende vervoersmiddel in zo’n waterrijk gebied is uiteraard een boot, maar de Okavango is op veel plaatsen erg ondiep: vaak niet meer dan een halve meter. Lokale bewoners hebben daarom al eeuwenlang uitgeholde boomstammen: mokoro’s, gebruikt om zich snel voor te bewegen in dit moerasgebied. Tegenwoordig is het een toeristenbusiness geworden en zijn de mokoro’s van kunststof. Het werkt allemaal nog wel op dezelfde manier! Je gaat dus met z’n tweetjes in een mokoro zitten en achterop staat dan iemand die je voortboomt. Het plan was om met de groep te overnachten in de Okavangodelta en daar dan met mokoro’s naar toe te gaan. De volgende ochtend zouden we dan een bushwalk doen. Aan het einde van de middag voeren we dus het gebied in en dat was op zichzelf al een heel mooie ervaring
We zitten nu vier dagen op het schip de Plancius. Nadat we zijn begonnen in Longyearbyen, zijn we omhoog gevaren richting het noorden in de richting van het pakijs. Op de eerste dag zag ik een soort die al een tijdje een grote wenssoort voor mij was, het grootste dier ter wereld: de blauwe vinvis! Ook met de vogels loopt het al aardig, langs vliegende papegaaienduikers fotograferen is een uitdaging, maar het lukt steeds beter. Met een succesvolle start in Longyearbyen heb ik de meeste vogels die ik wilde zien al gezien. Vandaag is de dag dat we bij het pakijs zouden moeten aankomen en dat betekent een grote kans op het hoofddoel van de trip: ijsbeer!