“Zullen we koffie gaan drinken?” “Nee, toch nog maar even wachten”. Het zijn van die kleine dingen die ervoor zorgen dat je op een bepaalde tijd op een bepaalde plek bent. Even stoppen omdat het regent en je wilt je regenkleding aandoen, even stoppen om te kijken of dat oogschijnsel toch niet van iets spannenders dan een flying squirrel komt en dus nog maar even wachten met koffiedrinken. Al die dingen kunnen het verschil maken tussen een soort net missen en een soort grandioos binnenhalen.
Als ik op reis ga, probeer ik altijd van tevoren een beetje een realistische inschatting te maken wat er mogelijk is. Mijn grote doel in Borneo was het zien van zoveel mogelijk katten, maar ik wist al dat het niet gemakkelijk zou worden om er meer dan een te zien. Er is maar één kat makkelijk op Borneo en dat is Sunda luipaardkat. Daarna wordt het moeilijk! Er zijn vijf kattensoorten die op Borneo voorkomen. De al genoemde Sunda luipaardkat, marmerkat, platkopkat, de grootste: Borneose nevelpanter en de allerzeldzaamste: Borneogoudkat. Borneogoudkat is wat mij betreft de moeilijkste kat om op deze planeet tegen te komen dus ik wist al dat ik die waarschijnlijk niet zou gaan zien. Het zou echter niet veel makkelijker worden om een van de anderen te zien. Ik besloot dus dat ik de reis als een succes zou beschouwen als ik tenminste een andere wilde kattensoort zou zien behalve de Sunda luipaardkat.
Na bijna drie maanden reizen door Zuid-Amerika was het einde in zicht. Na drie weken in de Amazone zou ik nu nog voor ongeveer een week de Peruaanse Andes in gaan en daarna zou ik het vliegtuig naar huis pakken. Een bezoek aan de Peruaanse Andes betekende in de eerste plaats een bezoek aan dé toeristische hotspot in Zuid-Amerika: Macchu Picchu!
Tijdens mijn tijd in Zuid-Amerika stond er nog een dier dat hoog op mijn lijstje: Giant Otter of reuzenotter! Dat is de grootste otter ter wereld en omdat ik sowieso nog nooit een otter gezien had, leek het me wel aardig om juist met deze te beginnen. In Tambopata had ik eindelijk die kans. Omdat ik was gevraagd om last minute bij te springen om Duitse toeristen rond te leiden (niet gedacht dat ik nog zoveel Duits zou praten in Zuid-Amerika), kreeg ik ook de kans om bij een goede plek te gaan zoeken: een zogenaamd oxbow lake met de naam Tristianbatis waar de otters regelmatig werden gezien. De toeristen wilden ze ook graag zien, dus ik kon dan mooi meeliften!
Na Bolivia ging ik naar Peru. Eerst twee weken naar een taalschool in Cusco om Spaans te leren en daarna drie weken naar het Tambopata Park om zoveel mogelijk dieren te zien. Mijn doel was om tenminste één kattensoort te zien, maar dat lukte helaas niet. Gelukkig waren er wel andere mooie zoogdieren, bijvoorbeeld apen!
Fotografen die naar het buitenland zijn geweest komen vaak terug met foto’s van de mooiste gekleurde vogels. Dan ga je al gauw denken dat het daar wel een stuk makkelijker zal zijn om die kleurige vogels te fotograferen en dat die vogels allemaal keurig op je zitten wachten. Vaak moet je echter nog best wel wat moeite doen om die papegaai of parkiet er op te zetten! Op de ene plek gaat het natuurlijk ook makkelijker dan bij de andere. In Tambopata liep ik drie weken rond, maar in die drie weken kreeg ik eigenlijk nauwelijks de gelegenheid om een papegaai of een parkiet écht goed er op te zetten. Uiteraard lukt het af en toe in vlucht wel, maar ga maar eens proberen om een ara in zit te benaderen! Gelukkig zijn er nog steeds wel manieren om toch dichtbij te komen. Een hele leuke optie om dat te doen is een clay lick.
In mijn Zuid-Amerikareis zat nog een gat van twee weken. Eerst zou ik vier weken naar Chili gaan en ongeveer twee weken daarna zou mijn eerste dag op een taalschool in Cusco, Peru, beginnen. Het meest logische is dan natuurlijk om via Bolivia te reizen: een nieuw land, nieuwe ervaringen én nieuwe dieren! Ik had alleen nog niet echt een idee wat ik zou gaan doen. Drie weken voordat ik zou afreizen naar Chili stuitte ik ineens op de pagina van Asociación Armonía, de Boliviaanse variant van de Vogelbescherming. De pagina over Barba Azul zag er wel heel interessant uit en er bleek een mogelijkheid te zijn om als vrijwilliger daar te bivakkeren. Daarvoor moest ik contact opnemen met Tjalle Boorsma, dat klonk wel heel Nederlands! Ik stuurde dus maar een mailtje in het Nederlands en kreeg ook een Nederlandse reactie terug. Gelukkig was het in orde en ik kon inderdaad als vrijwilliger daar aan de slag. Na Chili was het dus op naar Bolivia!
De Incastern is een unieke Zuid-Amerikaanse vogelsoort die ik heel graag wilde zien. Een leigrijze stern met een rode snavel en met twee witte pluimen aan weerskanten van de kop waardoor het er van de voorkant net uitziet alsof hij een snor heeft. Uiteindelijk lukte het slechts op één plekje: in de haven van het stadje Arica helemaal in het noorden van Chili aan de kust. Dat was gelukkig echter voldoende! De haven was sowieso een leuke plek om te bezoeken met pelikanen, kwakken en zeeleeuwen die strijd leveren om de beschikbare vis.
We hebben twee weken in de hoge Andes om te zoeken naar enkele speciale katten die op deze grote hoogten leven. Het is hier mogelijk om met de auto naar 4500 meter te rijden wat hoger is dan ik ooit geweest ben. Er is geen regen omdat het het droogseizoen is. Samen met de afgelegen locatie en de hoogte zijn dat perfecte omstandigheden om sterren te kijken.
Na een paar geweldige weken in Patagonië zijn we terug in Santiago. Niet dat hier nu zoveel te zien is: het echte spektakel is nog 500 kilometer van ons vandaan! Ik had al vrij stevig het schema voor mijn reis bepaald toen ik opeens te weten kwam dat er op 2 Juli een zonsverduistering zou zijn in Chili. Omdat het meemaken van een zonsverduistering best wel gaaf klonk, probeerde ik het in te passen. Omdat Chili zo'n enorm land is, vroeg dat wel wat nauwkeurige planning.
Copyright of articles and pictures on naturebylennart.com remains with Lennart Verheuvel and without permission they can not be used in any way